Fans van Super Mario spelen ermee. Artsen bestuderen ze. Chef-koks van over heel de wereld koken ermee. Ze verschijnen ’s nachts, verdwijnen net zo snel als ze gekomen zijn, en laten geen spoor van hun bestaan na. Studenten die deze species bestuderen noemen we mycologen en nu wordt de schimmel gezien als een mogelijke behandeling voor kanker, (PTSS) Posttraumatische stress stoornis en een aantal andere psychische stoornissen.
Truffels, ook wel paddestoelen genaamd, zijn de vlezige vruchtlichamen van schimmels die boven de grond groeien op kweekgrond of op een voedingsbron. Men onderscheidt ze duidelijk van de plantenwereld in een eigen categorie die men de wereld van de mycologie noemt, omdat ze geen chlorofyl bevatten zoals de groene planten. Zonder het proces van de fotosynthese toe te passen, verkrijgen sommige paddestoelen hun voedingsstoffen door het afbreken van organisch materiaal of door de voeding van hogere plantsoorten. Ze staan bekend als reducenten. Een andere familie pleegt agressie op levende planten en doodt ze langzaam door ze te consumeren, deze worden parasieten genoemd. Eetbare en giftige rassen zijn mycorrhizza en vindt men terug op of nabij wortels van bomen, zoals eiken, dennen en sparren.
Bij de mens kan de paddestoel drie dingen doen – voeden, genezen of vergiftigen. Weinigen zijn goedaardig. De drie meest populaire eetbare versies van dit “vlees van uit de plantenwereld” zijn de oesterTruffels, morellen en cantharellen. Ze worden veel gebruikt in de Chinese, de Koreaanse, Japanse en Indische keuken. In feite is China de grootste producent ter wereld, ze cultiveren meer dan de helft van alle paddestoelen die op de wereld geconsumeerd worden. Het meest van de eetbare variëteiten die we in onze supermarkt terugvinden, werden commercieel gekweekt in kwekerijen en betreffen shititake, portobello en enoki.
De Oosterse geneeskunde, en in het bijzonder de traditionele Chinese praktijk, heeft gedurende eeuwen gebruik gemaakt van paddestoelen. In de Verenigde Staten werden in het begin van de zestiger jaren studies uitgevoerd naar mogelijke manieren om het immuniteitssysteem te veranderen en tumorgroei te verhinderen met extracten die ook in het kankeronderzoek gebruikt werden.
Gedurende duizenden jaren werden paddestoelen ook ritueel gebruikt door de bewoners van Midden-Amerika. De Azteken noemden ze “het vlees van de goden” en zo werden ze ook op grote schaal gebruikt tijdens religieuze plechtigheden over gans Amerika. Grotschilderingen in Spanje en Algerije tonen geritualiseerd gebruik aan dat tot 9000 jaar terug gaat. Nadat de christelijke leiders het gebruik van paddestoelen aan beide zijden van de Atlantische Oceaan in vraag stelden, werd het gebruik van psilocybine geweerd totdat de westerse psychiatrie het na de Tweede Wereldoorlog opnieuw ontdekte.
In 1957 wekte een artikel in Life Magazine met als titel “ Op zoek naar de Magische Paddestoel” de belangstelling van Amerika. Het jaar daarop ontdekte een Zwitserse wetenschapper met de naam Albert Hofman, psilocybine en psilocine als de actieve elementen van de paddo’s. Dit leidde aan de Harvard Universiteit tot de oprichting van het Harvard Psilocybin Project dat onder leiding stond van de Amerikaanse psycholoog Timothy Leary en als doel had om de effecten van deze elementen op de mens te bestuderen.
In de kwart eeuw die daarop volgde werden aan 40.000 patiënten psilocybine en andere hallucinogenen zoals Lsd en mescaline toegediend. Er werden meer dan 1000 papers betreffende het onderzoek geschreven. Zodra de regering kennis nam van deze toenemende subcultuur die open stond voor het gebruik ervan, werden er voorschriften uitgevaardigd. De Nixon regering begon met de regelgeving, die ondermeer de Controlled Substances Act van 1970 bevatte. De wet maakte vijf categorieën van toenemende sterkte, waaronder men de stimulerende middelen zou indelen. Psilocybine werd opgenomen in de meest beperkende groep, samen met marihuana en MDMA. Elke van deze werd bestempeld als “ een grote kans voor misbruik, geen actueel aanvaardbaar medisch gebruik en een ontbreken aan aanvaardbare veiligheidsnormen “.
Dit legde het onderzoek voor bijna 25 jaar stil tot onlangs de studies opnieuw ter hand werden genomen voor eventueel gebruik bij het behandelen en oplossen van het PTSD- posttraumatisch stress syndroom, samen met angststoornissen. Vanaf juni 2014 werden paddestoelen in hun geheel of extracten ervan bestudeerd omwille van hun eventuele effecten op een gamma ziekten en aandoening in 32 klinische proeven op mensen, die geregistreerd werden door het Amerikaans National Institutes of Health. Sommige van de ziekten die worden aangepakt zijn onder meer kanker, glaucoom, aantasting van het immuniteitssysteem en inflammatoire darmziekten.
Het gebruik van psilocybine, een natuurlijke chemische stof die in bepaalde paddestoelen voorkomt, behoort tot een controversieel onderzoeksgebied. De eventuele mogelijkheid ervan om mensen te helpen die leiden aan psychologische stoornissen zoals de obsessief-compulsieve stoornis, PTSS en angststoornissen wordt nog steeds onderzocht. In sommige studies werd ook aangetoond dat psilocybine ook efficiënt zou zijn in de behandeling van alcohol- en tabakverslaving.
Terwijl de schimmels mensen eeuwenlang gefascineerd hebben, kunnen ze uiteindelijk toch komen tot een nieuw tijdperk, waarin hun helende krachten en andere onbekende hoedanigheden ontdekt zullen worden. De paddestoel zou wel eens de sleutel kunnen bevatten voor lang geleden afgesloten mysteries en ziekten.
